‘Trots gevoel: ik heb het wel gedaan’

In december begonnen de eerste trainingen. Duurloop, maar wel met spelletjes tussendoor. Dat moest Amsterdamse scholieren letterlijk in beweging krijgen – en de lol laten ontdekken van sport. Initiator MoovZ, ingezet door Topscore, het sportstimuleringsprogramma van de gemeente Amsterdam, richt zich op middelbare scholieren van twaalf tot zestien jaar die niet of nauwelijks bewegen, of in elk geval niet op een sportvereniging zitten. Via school werden de scholieren benaderd om mee te doen met een wekelijkse training. Het uiteindelijke doel was de 020 challenge te rennen: een loop van vijf kilometer. In totaal deden vijftig scholieren mee op acht scholen. Driekwart hield de training tot het einde toe vol en 3z van de vijftig kinderen liepen de 020 challenge ook uit. Cora Kreikamp van MoovZ: “Maar die andere achttien zijn niet allemaal echt afgehaakt. Ongeveer zeven hebben de trainingen wel afgemaakt, maar konden zondag niet; door een blessure, moskeebezoek, problemen thuis of ze hadden gewoon geen zin. Het is een groep met veel problematiek. Iedereen die er wel is, zien we als winst.”

Brynn zat vroeger op paardrijden, maar toen verhuisde ze naar Amsterdam, en daar was de manege niet leuk. Ze wilde nog op ballet, maar daar had ze geen tijd voor. Even zat ze op hockey, maar dat kon ze niet, dus dat vond ze stom. Dingen die Brynn niet kan, vindt ze niet leuk. De trainingen van de 020 challenge vond ze heel leuk, vooral de spelletjes tussendoor. Ze trainde met vriendinnen en soms ook met haar moeder. Haar doel was: niet stoppen met joggen, eruit halen wat erin zit. Brynn: “In het begin was het heel spannend. Ie komt een uur van tevoren aan en dan moet je warmlopen en dan denk ie: oooooh, bijna moet ik vijf kilometer lopen, ga ik dat wel halen, en dat soort dingen.” Uiteindelijk sta je aan de start met een heel grote groep mensen en dan begint de hele rij te rennen. Ik ben gaan joggen, rustig in mijn eigen tempo, want le denkt: oké, laat ik genoeg energie overhouden.” “Ik heb het goed volgehouden, het was eigenlijk wel gewoon leuk. Aan het einde was ik wel heel erg moe, maar ik ben niet gestopt. En daarna heb ie een trots gevoel: ik heb het wel gedaan. En dan krijg ie een medaille en bloemen. Maar ik ben moe, heel moe. Ik wil nu meteen naar huis om te slapen.” “lk ga nog wel sporten, maar niet meer atletiek. Het is leuk om één keer te doen, niet de hele tijd. Ik wil op hockey.”